Nieuwe inzichten van gelijkgestemden om de klimaatverandering aan te pakken

Dit jaar test UN Global Compact Network Netherlands twee peer-learning groepen, één over gendergelijkheid en één over klimaatactie. Het doel is dat de deelnemende bedrijven meer te weten komen over deze belangrijke onderwerpen, zich verdiepen in de uitdagingen waarmee ze worden geconfronteerd en best practices uitwisselen die kunnen helpen deze uitdagingen te overwinnen. Deze blog is de eerste waarin we de peer-learning reis van onze bedrijven willen vastleggen.

Verwachtingen van de Verenigde Naties

De toon van de Secretaris-Generaal van de VN is onlangs sterk veranderd. Hij maakte duidelijk dat op korte termijn dringend actie moet worden ondernomen. Waar COP26 zich vooral richtte op de planning van de maatregelen die genomen moeten worden, richtte COP27 zich op de uitvoeringskwestie. We moeten ‘net zero’ bereikt hebben in 2050. Maar wat betekent dit? Dit betekent dat de totale uitstoot van broeikasgassen door een bedrijf minder is dan, of gelijk is aan de uitstoot die het uit de atmosfeer verwijdert.

Van bedrijven wordt verwacht dat ze lange termijn doelstellingen hebben met een uitstootreductie van minstens 90% voor 2050. Om dat te kunnen bereiken, moet een bedrijf technieken gebruiken om koolstof te verwijderen, om beperkte uitstoot die (nog) niet geëlimineerd kan worden te neutraliseren. Het Science Based Targets initiatief heeft een Net-Zero Standard ontwikkeld, om ervoor te zorgen dat de uitstootreductiedoelstellingen van bedrijven in overeenstemming zijn met de overeenkomst van Parijs.

Gemeenschappelijke uitdagingen

Tijdens de peer-learning sessie waren een paar momenten waarop mensen in verschillende groepen werden verdeeld, zodat ze de uitdagingen konden bespreken met betrekking tot de complexe taak om de uitstoot van een bedrijf met 90% te verminderen. Enkele voorbeelden van gedeelde uitdagingen zijn de moeilijkheden om een volledig overzicht te krijgen van de uitstootfactoren in alle “scopes”, het verwerken van geloofwaardige data, en hoe je het topmanagement en het middenkader aan boord én op dezelfde lijn krijgt.

De verhoging van de grensvereisten voor scope 3 (alle indirecte koolstofuitstoot), van 67% voor SBT’s op korte termijn naar 90% voor SBT’s op lange termijn, zal een uitdaging vormen maar zal ook grote kansen bieden voor samenwerking in de hele waardeketen om leveranciers en klanten te helpen koolstofarm te worden. Het bespreken van deze gedeelde uitdagingen met bedrijven uit verschillende sectoren kan nieuwe inzichten in dit complexe probleem opleveren.

Prioriteiten

Tijdens de eerste sessie was een van de doelstellingen het krijgen van een goed overzicht van de prioriteiten waaraan de bedrijven het hele jaar door willen werken. Een onderwerp dat meerdere keren ter sprake kwam, had te maken met het verwerken van gegevens in verband met scope 3. Uit de gesprekken kon de conclusie worden getrokken dat een bruikbare databank, om de belangrijke gegevens in te vullen, hard nodig is. Dit is misschien een praktische vraag, maar toch erg belangrijk, vooral als het gaat om de geloofwaardigheid van een bedrijf. Als een bedrijf aan uitstootreductie doet, is het essentieel dat het met gegevens kan aantonen hoe het op alle gebieden op schaal reduceert. Er zijn meer dan genoeg normen en rapportagekaders (CSRD, GreenDeal, onze Communication on Progress, enz.), maar dit aanbod kan ook verwarrend zijn. Andere vragen die naar voren kwamen, waren onder meer “hoe kan de organisatie (op verschillende niveaus) kennis nemen van de op wetenschap gebaseerde doelstellingen” en “welke realistische uitstootreductiestrategieën zijn er?”.

Hoe nu verder?

Deze vragen over geloofwaardige gegevens, uitstootreductiestrategieën en het beheer van interne en externe belanghebbenden zullen wij bespreken in onze komende peer-learning groepssessies.

Ga naar de inhoud